Slechtzienden zijn in 2021 nog steeds niet goed gerepresenteerd in de Nederlandse media en in hun berichtgeving. Er spelen hardnekkige vooroordelen vertelt Morena Lam, zelf tekstschrijver en slechtziend: “Mensen denken dat wij helemaal niks meekrijgen van het nieuws, dat is niet zo.” Daarom moet de journalistiek representatiever én toegankelijker worden.
Lees meerIn Nederland zijn zeker 350.000 zeer slechtzienden en blinden. Volgens Optilec, ontwikkelaar van elektronische hulpmiddelen, loopt dit aantal op door vergrijzing, diabetes en bevolkingstoename. Om deze mensen te informeren is het van belang dat websites bereikbaar zijn.
De toekomstige wet: Wet Digitale Overheid (WDO) zorgt er onder andere voor dat overheidswebsites toegankelijk moeten zijn, de deadline hiervoor stond op 23 september 2020. Echter blijkt uit recent onderzoek van Ron Beenen en Jules Ernst dat maar 1% van de 7000 onderzochte overheidswebsites dat is. Als hier nog een hoop in verbeterd moet worden, hoe toegankelijk zijn de media dan?
De tekstschrijver keek graag naar het tv-programma De Wereld Draait Door. “Dat vond ik helemaal geweldig, ik maak dan gebruik van mijn gehoor, mijn zicht in mindere mate.” Bij films wordt steeds meer gebruik gemaakt van audiodescriptie, hierbij worden de scenes op het scherm omschreven. Lam: “Als er omschreven wordt wat er gebeurd krijg ik het beter mee, dit gebeurt helaas niet vaak.” Hieronder staat een video, deze schetst hoe het is om de film Titanic zonder en met audiodescriptie te kijken:
Het journaal is wel prima te volgen vindt Lam, zolang er geen andere taal wordt gesproken dan Nederlands of Engels. “Als er ondertiteling is voor een andere taal, kan ik het niet verstaan. Ik mis die visuele informatie.” Daarentegen is er geen belemmering in het volgen van het genre radio. “Dat er steeds meer podcasts komen, is voor mensen met een visuele beperking ideaal”, zegt ze.
Dat journalisten bepaalde vooroordelen hebben, is niet uit te sluiten volgens Lam. “Het zijn natuurlijk ook maar mensen dus het kan best”, geeft ze aan. Het is niet zeker of die vooroordelen in de vertegenwoordiging van slechtzienden in de media een rol spelen, maar het kan meetellen. “Ik denk dat iemand op straat met een hulphond of stok minder snel wordt aangesproken voor een voxpop”, vertelt Lam. Ze geeft een mogelijke reden waarom slechtzienden minder in beeld komen:
“Misschien wordt er gedacht dat ze dan
die persoon storen of afleiden.
Daar hoeft geen angst voor te zijn,
we kunnen prima communiceren.”
Sjoerd Bunnik, hoofdredacteur van De Voorste Kamer, geeft een andere reden: “Ik denk dat journalisten er voor het grootste gedeelte geen rekening mee houden. Soms gaan de reguliere media toch een beetje betuttelend om met blinden en slechtzienden”, vertelt hij. “Het gaat dan toch erg in wij/zij vorm, alsof die mensen van een andere planeet komen.” Een voorbeeld hiervan is dat slechtzienden niet vaak geïnterviewd worden over een ander onderwerp dan slechtziendheid. “Het zou gewoon cool zijn als er in de journalistiek zelf wat meer mensen met een beperking werken”, geeft Lam aan.
Social media is daarentegen erg benaderbaar volgens Lam. “Het is erg goed aangepast, zelfs Instagram is goed te doen.” Zo kan er alternatieve tekst worden toegevoegd aan een foto. Ook is het door social media mogelijk de vooroordelen te doorbreken. Zo laat de Engelse journalist en youtuber Lucy Edwards in haar tiktoks zien hoe zij alledaagse dingen doet. Ze vertelt aan BBC News dat ze dit doet naar aanleiding van de vragen die ze dagelijks kreeg van mensen om haar heen. Haar video’s zijn erg leerzaam, ze variëren van hoe Edwards de straat over steekt tot hoe ze een beker vult met heet water.